Van der Valk bouwt in de uiterste oostkant van de Amsterdamse ‘Zuidas’ een nieuw hotel.
Hiermee tekent zij meteen voor een hotel met een bijzondere vorm. De kavel loopt namelijk in een
scherpe punt en het hotel bestrijkt precies de hele kavel.Wiel Arets Architects heeft voor het Van der Valk hotel een markant ontwerp gemaakt, dat straks de oostelijke entree vormt van de Zuidas. Op de begane grond komt de entree met een brasserie. De eerste vier lagen bieden parkeergelegenheid voor 143 auto’s. Daarboven komen de hotellobby en een restaurant en de zesde verdieping is bestemd voor conferenties en vergaderingen met daarbij een dakterras. De zeven volgende lagen worden gevuld met hotelkamers.
Ultra-strak en extra dun
In de eerste zes bouwlagen wordt de constructie opgebouwd met traditioneel gestort beton; in het
hotelgedeelte wordt prefab beton toegepast. “In het onderste gedeelte wil de architect de
betonvloeren dun en zichtbaar houden, ook al hebben we hier te maken met grote overspanningen”,
vertelt Mark Moerdijk, projectcoördinator van Pleijsier Bouw. “Daarom is niet gekozen voor
traditionele bewapening, maar voor spankabels in het beton. Die kabels worden aangespannen als
het beton op sterkte is. Het resultaat is een supersterke, slanke vloer. De deskundigheid voor deze
techniek is uit alle windstreken ingevlogen. Om verzekerd te zijn van een ultra-strak oppervlakte,
worden de gekantrechte platen slechts één keer gebruikt. Het in-het-werk-gestorte beton heeft
hierdoor de uitstraling van prefab.”
Organisch gevormde kolommen
Waar kolommen in de regel vierkant zijn, heeft Wiel Arets Architects gekozen voor organisch
gevormde kolommen. Het is de bedoeling dat de vriendelijk gevormde kolommen in de onderste zes
bouwlagen een lobby-gevoel creëren. “Om de kolommen te voorzien van de gewenste organische
vorm is met de hand een bekisting gemaakt”, vertelt Moerdijk. “Elke bouwlaag telt zo’n 35
kolommen, dus in totaal gaat het om ruim 200 stuks.”
Een zware transitievloer
Op dit moment is de ruwbouw van vier lagen gereed en bereidt Pleijsier Bouw zich voor op de
overstap naar het prefab-gedeelte. Moerdijk: “Een enorme dikke prefab betonvloer – de
‘transitievloer’- vormt straks de basis voor het hotelgedeelte. Deze transitievloer is bijna een meter
dik. Voor de voorspanning in de vloeren werkt de constructeur samen met een specialist op dit
gebied. De vloer verkeert nu in de engineeringsfase.”
Van traditioneel naar prefab
Centraal in de commerciële lagen komt een in-het-werk-gestorte betontrap. De trap krijgt een draai
en vormt de eyecatcher van het gebouw. Na plaatsing wordt de trap gestukt en met natuursteen
bekleed. “Het wordt een spraakmakend gebouw op een spraakmakende plek”, besluit Moerdijk. “We
bouwen hier te midden van de kantoorgebouwen met minimale ruimte voor de plaatsing van
materieel en materialen. Dat betekent dat alles just in time aangeleverd moet worden.”
“De eerste bouwlagen hebben extra tijd en aandacht gevraagd door de traditionele bouwmethode.
Zodra we zijn overgestapt op prefab beton, loopt het bouwtempo op en klimt het gebouw in ras
tempo de hoogte in. Medio 2019 ronden we de ruwbouwfase af en volgt een half jaar afbouw tot
eind 2019. De fijne afbouw – zoals interieur, behang en sauswerk – neemt Van der Valk zelf voor haar
rekening.”